Na zijn bachelor International Studies en een master International Relations (Global Political Economy) besloot Maurice Kosterink (26) de stap te zetten om het onderwijs in te gaan. Hij studeerde middenin de pandemie af en toen lag het internationale vakgebied waarin hij is afgestudeerd nogal stil, waardoor Maurice werd uitgedaagd om zijn horizon te verbreden. Tijdens eerdere ervaringen als studiebegeleider en examentrainer had Maurice al ervaren dat hij het erg leuk vindt om mensen te begeleiden en enthousiasmeren voor een bepaald vakgebied. Na wat verdieping en bezinning kwam hij tot de conclusie dat het onderwijs wel eens de perfecte nieuwe uitdaging zou kunnen zijn waarnaar hij verlangde. Momenteel geeft Maurice het vak aardrijkskunde op het VAVO Rijnmond College in Rotterdam.
Je ben nu al meer dan een jaar docent op het vavo en trainee bij Trainees in onderwijs, hoe vind je dat tot nu toe?
“Ten eerste, superleuk! Maar, heel eerlijk keek ik er deze zomervakantie als een berg tegenop om weer aan de slag te gaan. Ik had vooral spanning, omdat je als tweedejaarstrainee meer taken krijgt, zo heb ik de introductiedag op mijn school georganiseerd dit jaar. Daardoor was ik een beetje vergeten was hoe leuk ik het vind om voor de klas te staan! Die berg was na mijn eerste les na de zomervakantie gelukkig helemaal verdwenen! Ik vind het lesgeven zó leuk en het verbredingsprogramma van het traineeship is ook echt van toegevoegde waarde. Ik merk nog steeds hoe fijn ik de startweek aan het begin van het traineeship vond. Daar heb ik, zelfs na een jaar, nog steeds zoveel aan als beginnend docent."
Neem ons mee naar de allereerste keer dat je voor de klas stond. Hoe was het?
“De allereerste keer dat ik voor de klas stond kende ik nog geen van de leerlingen, zij mij ook niet natuurlijk, ik snapte niet hoe het digibord werkte, een volledige sprong in het diepe dus. Gelukkig had ik van een collega wel een PowerPoint gekregen om het uur mee vol te krijgen en ging het nog best goed. Daarna had ik wel echt het gevoel van, “de kop is eraf! Ik heb het overleefd”. Daardoor werd iedere keer makkelijker! ”
Wat vind je fijn aan het traineeprogramma? Wat is je in het bijzonder bijgebleven van het programma?
“Wat mij heel erg is bijgebleven is de keuzemodule over het speciaal onderwijs. Ik heb zelfs gevraagd of deze module nog een keer terugkomt en of ik me dan nog een keer mag aanmelden! Wat me zo ontzettend aansprak was de aanpak van lesgeven, vooral didactisch gezien. Steffie van der Meijden, wie deze module gaf, had ook een hele goede uitleg over ‘het getraumatiseerde kind’. Ik werk zelf op een vavoschool, en veel van mijn leerlingen zijn helaas ook een beetje getraumatiseerd, al is het alleen omdat ze een keer hun eindexamen niet hebben gehaald. Dus deze module was voor mij zo nuttig en zo interessant, ik vond dat echt geweldig. Het is zo leerzaam om zoveel meer van het onderwijs te zien dan alleen je eigen school. We mochten ook kijken bij Steffie op school, er ging daardoor een wereld voor me open. ”
Heb je nu al een leerling die je altijd bijblijft?
“Zeker! Ik had vorig jaar een leerling in mijn lessen die steevast een 4 haalde voor schoolexamens. Op het laatst is ze pas gaan werken en heeft het toen zo goed gedaan dat die de examens toch heeft gehaald! Daar was ik zo ontzettend trots op. Tijdens de lessen merkte ik al dat die leerling in kwestie zoveel potentie heeft, maar op de toets kwam het er gewoon niet uit. Dat het dan toch is gelukt is echt heel mooi om te zien.”
Over je school gesproken, je geeft al aan dat je op een vavoschool lesgeeft, kun je wat meer vertellen over vavo-onderwijs en waarom jij ervoor gekozen hebt om bij het VAVO Rijnmond College aan de slag te gaan?
“Het is misschien goed om te vertellen dat vavo een afkorting is voor voortgezet algemeen volwassenonderwijs. Op vavoscholen zitten vooral leerlingen die op een reguliere middelbare school het eindexamen niet gehaald hebben en deze alsnog willen behalen of leerlingen die willen opstromen of herprofileren.”
“Ik geef zelf met veel plezier les op een vavoschool. Het was in mijn geval in eerste instantie een uitdaging om een goede match te vinden met een school. Ik wilde me graag in een specifieke doelgroep verdiepen, in eerste instantie dacht ik óf aan brugklassers óf bijvoorbeeld examenleerlingen. Uiteindelijk was er voor mij een plekje bij het VAVO Rijnmond College, en daar geniet ik er erg van om volwassenen te begeleiden. Het is een unieke groep leerlingen en omdat de meesten al wat ouder zijn is het ook leuk dat ik zelf wat dichter bij de leerling sta.”
“Het VAVO Rijnmond College heeft echt wat weg van de school waar ik zelf op heb gezeten destijds in Den Haag. Hierdoor voelt het een beetje als thuiskomen. De grootstedelijkheid en de diverse leerlingpopulatie is iets wat me echt aanspreekt. Ik woon al mijn hele leven in een grote stad en heb ook in het buitenland gewoond, de overstap naar een school in een kleinere stad of een dorp zou voor mij erg groot zijn.”
Een belangrijk onderdeel van het traineeshipprogramma is om zelf een project te starten. Had je hier voorafgaand aan de start van het traineeship al ideeën voor?
“Nog niet eigenlijk. Het leek me mooi om een project op te zetten dat écht past bij de school zelf. Hiervoor moest ik een school natuurlijk wel eerst een beetje leren kennen. Toen ik eenmaal was begonnen op de school kwam het idee wel vrij snel.”
Logische vervolgvraag is dan, wat houdt je project nu precies in?
“Ik ga samen met mijn medetrainee en collega Fenne Bastiaansen een GSA (Gender & Sexuality Alliance) oprichten op onze school. We willen een veilig sociaal clubje creëren waar leerlingen die zich identificeren met een andere gender of een andere seksualiteit dan de norm is terecht kunnen. Op dit moment zijn we actief bezig met het promoten van dit nieuwe initiatief! ”
Hoe kwamen jullie op dit idee?
“Voor Fenne en mijzelf staat diversiteit hoog in het vaandel en hebben vorig jaar op school gemerkt dat het onder leerlingen ook best wel speelt. Diversiteit is natuurlijk een breed begrip met verschillende vraagstukken, maar op deze school komen vraagstukken omtrent gender en seksualiteit regelmatig ter sprake. Onze observatie is dat leerlingen elkaar opzoeken op basis van gemeenschappelijke interesses, visies of levensstijlen en dat daarmee als het ware aparte ‘bubbels’ gecreëerd worden. Middels ons project, in eerste instantie gericht op leerlingen uit de LHBTI+ gemeenschap, hopen we een veilige haven te bieden aan leerlingen te midden van alle verschillende bubbels die er op school zijn.”
Mooi project! Welke kansen voor onderwijsinnovatie zie je verder?
“Mijn belangrijkste doel uiteindelijk is dat alle leerlingen zich prettig en veilig voelen op school. Ik wil me verder te verdiepen in pedagogiek en zorgtaken binnen de school en manieren ontwikkelen waardoor een optimaal leer- en ontwikkelklimaat wordt verwezenlijkt voor alle leerlingen.”
Als we dan kijken naar wat je allemaal al hebt geleerd, wat is dan iets dat jouw mededocenten je hebben bijgebracht?
“Wat ik vooral heb geleerd is om mijn eigen persoonlijkheid terug te laten komen in de lessen die ik verzorg. Als docent mag je best wel laten zien wie je bent. Daarin heb je wel zelf de keus welke delen je van jezelf laat zien, maar ik zie er de meerwaarde van in om aan mijn leerlingen te laten zien dat ik ook maar mens ben en zowel bijzondere als alledaagse dingen meemaak. Ik heb het dan ook met mijn leerlingen over wonen in het buitenland. Zo heb ik bijvoorbeeld in China en Zuid-Korea gewoond. Door het uitwisselen van dit soort ervaringen merk ik dat ik snel een band vorm met leerlingen. Van ervaren docenten heb ik echt wel meegekregen dat deze open houding je contact met leerlingen goed doet en dat het lesgeven er fijner door wordt.”
En is er ook iets dat je van je leerlingen leert?
“Ik bewonder heel veel van mijn leerlingen echt heel erg in hun daadkracht. Bij mij is het echt wel zo dat al mijn leerlingen een verhaal met zich meedragen, dat het bijvoorbeeld thuis niet altijd even goed gaat of ze persoonlijk erg worstelen, en toch komen de meesten naar school en zoeken ze hun eigen weg daarin. Dat vind ik echt heel knap en bewonder ik dus ook zeker.”
Heb je ook nog iets anders over jezelf geleerd tijdens het traineeship?
“Ik ben er best wel achter gekomen dat je veel meer kunt doen en ook beter kan improviseren dan dat je misschien soms denkt van jezelf. Dat leer je ook naarmate je meer ervaring opdoet in het lesgeven. Er gebeurt elke les wel iets onverwachts. Daar leer je ook mee omgaan, en het gaat meestal ook gewoon goed.”
Wat zijn je plannen voor de rest van het schooljaar?
“Vooral nog beter worden in het lesgeven zelf, echt mijn didactische vaardigheden vergroten. Onlangs had ik bijvoorbeeld een ontzettend leuke les waarin ik de leerlingen voor het eerst in groepjes heb laten werken in plaats van alle aandacht klassikaal vasthouden. In de toekomst wil ik nog meer experimenteren met de lesopzet en hoe ik dingen creatiever en effectiever aan kan vliegen.”
Waar hoop jij over vijf jaar te staan?
“Daar heb ik nog geen idee over eigenlijk. Ik weet ook nog niet of ik over vijf jaar nog wel les zou geven, of dat ik iets anders binnen het onderwijs zou gaan doen. De functie van zorgcoördinator spreekt mij ook aan, en een tweede bevoegdheid behalen lijkt me tof. Mijn hart gaat sowieso naar het onderwijs uit, maar in welke vorm of functie laat ik nog een beetje open voor de toekomst.”
Wat zijn volgens jou geschikte eigenschappen voor iemand die dit traineeship wil volgen?
“Ik denk dat een ondernemende geest wel heel belangrijk is. Daar komt ook bepaalde durf of assertiviteit bij kijken. Ja, je moet echt lef hebben om zo voor die klas te gaan staan en jezelf uit te dagen in het verbredingsprogramma.”
Wat had je willen horen toen jij je hiervoor ging opgeven?
“Dat het vooral echt heel erg leuk is om het traineeship te volgen!”
Wat zou je mensen willen meegeven die dit programma overwegen?
“Ik zou vooral willen meegeven om je hele ziel en zaligheid ervoor te geven. Dat moet ook bijna wel, want je bent echt 5 dagen heel erg druk bezig elke week. Maar maak daar ook bewust de tijd en ruimte voor. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat jouw perfecte school een eind weg is van waar je nu woont en dat je je dan open moet stellen voor een mogelijke verhuizing. Natuurlijk is het belangrijk om te doen wat goed voelt in jouw situatie. Maar zelf heb ik dus de keuze gemaakt om van Den Haag naar Rotterdam te verhuizen. Anders blijf je voor mijn gevoel toch een beetje tussen twee werelden leven en dat kost energie. Ik heb zelf ook ervaren dat ik meer in de belevingswereld van mijn leerlingen zit nu ik verhuisd ben naar de stad waar zij ook wonen. Dat geeft me een goed gevoel en veel medetrainees die maar korte reistijd hebben beamen dit ook.”
“Of het nou gaat om verhuizen of iets anders, mijn belangrijkste tip is om je helemaal open stellen voor deze nieuwe werk- en leerervaring. Het traineeship heeft veel te bieden, maar het is natuurlijk ook wat je er zelf van maakt.”
Word jij - net als Maurice - trainee?