Rector Gert-Jan Kloos wilde al langer meedoen met het programma van Trainees in Onderwijs. Uiteindelijk deed hij met het Edith Stein College in schooljaar 2020/2021 mee aan de matching, en daar is hij heel blij mee. “De trainees brengen een andere dynamiek met zich mee.”
Waarom wilde je graag meedoen met dit programma?
“Ik vind het heel erg interessant om een personeelsbestand op te bouwen met een diversiteit aan docenten. Niet per se wat betreft kleur, maar qua professionele achtergrond van de docenten. Ik ben zelf namelijk ook min of meer een zij-instromer. Ik heb letterkunde gestudeerd en mijn eerstegraads onderwijsbevoegdheid gehaald, maar ik ben pas 10 jaar geleden in het onderwijs terecht gekomen.”
Wat maken zij-instromers interessant?
“Trainees en andere zij-instromers brengen een andere dynamiek met zich mee. Aan dit programma vind ik het erg interessant dat het ook onderwijsvernieuwing beoogt te bewerkstelligen. Sinds ik de schoolbanken verliet in 1984 is er in feite niets veranderd, behalve dat er nu een digitaal bord hangt in plaats van een krijtbord. Ik vind dat we het onderwijssysteem structureel zouden moeten veranderen en meer verbinding moet hebben met de buitenwereld. Dat is politiek gezien nog een brug te ver, maar verandering kun je wel voor elkaar krijgen als je andere competenties je school binnenhaalt.”
Waarom moet het onderwijs meer verbinding hebben met de buitenwereld?
“Vanuit de lerarenopleiding worden je bepaalde kennis en vaardigheden aangeleerd, waaronder vakdidactiek, en pedagogiek. Maar we zijn heel slecht in het leggen van verbindingen met de wereld buiten de school. Leerlingen vragen niet voor niets: “Waar heb ik het voor nodig? Wat heb ik eraan?” Dus ik zoek verbinding met het bedrijfsleven, overheidsinstanties en met andere partijen. Ik nodig bijvoorbeeld rechters en politici uit om te vertellen hoe het er buiten de muren van de school aan toe gaat.”
Hoe zijn de nieuwe trainees ontvangen op school?
“Het Edith Stein College is een opleidingsschool dus heeft deze meer docenten in opleiding in huis. Toch worden de trainees soms gezien als vrij jonge collega’s. Ik heb daarop aan de leraren uitgelegd dat ze eenassessmenthebben gedaan, dus dat ze aangetoond hebben dat ze in potentie een set vaardigheden hebben. Het helpt dan dat we al studenten van de hogeschool en universiteit in huis hebben. Van hen hebben ze ook vaak gezien dat ze op een gegeven moment genoeg competenties hebben om voor de klas te staan.”
“Ook vinden sommige collega’s het spannend dat de trainees zich met onderwijsvernieuwing bezig moeten houden, dat kan als bedreigend ervaren worden. Een aantal vindt het spannend dat de trainees geen enkele ervaring hebben maar dat ze wel deels in het eerstegraadsgebied werkzaam moeten zijn. Het is toch wel bijzonder dat je lang werkzaam moet zijn in het onderwijs, voordat je in de bovenbouw les mag geven. Ik heb me er zelf altijd aan gestoord dat ik, toen ik in het onderwijs begon, alleen op voorexamen en onderbouwklassen mocht staan.”
Waarom zou je met dit programma mee moeten doen als school?
“Als je het heel opportunistisch ziet, en je denkt dat je een vacature gaat vullen op een goedkope manier, dan moet je het niet doen. Als je echt geïnteresseerd bent in het opleiden van nieuw talent, die een stuk vernieuwing met zich mee kunnen brengen, dan wel. Eén van de trainees wilde met leerlingen iets doen met robotjes, en ik zei meteen ‘fantastisch, ga maar regelen’. Zulke ideeën komen echt van dat soort collega’s.”
Ik kan me voorstellen dat collega-rectoren twijfelen. Wat zou je tegen hen willen zeggen?
“Ik herken ze, die twijfels. Ik zit in een directeurenraad met een bestuur van twaalf directeuren en rectoren uit de regio Den Haag. Sommigen spelen op safe en sommigen nemen meer risico. Ik wil ze meegeven om buiten de gebaande paden te kijken. ‘Als je altijd doet wat je altijd deed, krijg je wat je kreeg’. Die is niet van mij, maar van Einstein.”
Waar zit het risico in?
“Je haalt niet iemand binnen die een studie heeft gedaan en vervolgens zijn bevoegdheid heeft gehaald. Of iemand die een vierjarige lerarenopleiding heeft gevolgd. En dat wordt toch vaak gezien als het geijkte pad dat een docent doorlopen moet hebben om succesvol voor de klas te staan. Echter, elke nieuwe docent brengt een risico met zich mee. Het kan zijn dat je een fantastisch sollicitatiegesprek hebt gehad maar dat het een vreselijke collega blijkt te zijn. Ik denk dat een trainee een nieuwe flow met zich meebrengt in de school. Als je echt dingen anders wil doen dan hoe je het altijd gedaan hebt, dan is dit een fantastische mogelijkheid.”
Wat vind je belangrijk om te achterhalen tijdens matchingdag?
“Ik probeer heel erg te kijken naar of iemand complementair is binnen het team. Ik kijk naar vaardigheden die helpen om duurzaam inzetbaar te blijven, naar de ambitie van de trainees. Ook let ik op waar de trainees belang aan hechten op het gebied van hun vak. Natuurlijk doen ze een vak omdat ze het leuk vinden of er goed in zijn. Maar als het echt volslagen vakidioten zijn, dan zou ik niet zo snel het avontuur aangaan, tenzij ik echt op dat moment voor dat vak vakdidactiek naar binnen wil halen.”
“Ik toets ook de mate van perfectionisme. Als ik mensen aan tafel heb zitten die voor die tien gaan, dan ben ik ernstig op mijn hoede. Daar branden de meesten op af. Bij veel collega’s die met burn-out klachten thuis zitten, is perfectionisme op enig moment in de weg gaan zetten. En het onderwijs is wel een industrie waar je jezelf in kan verliezen.”
Hoe herken je een goede trainee?
“Aan de hand van hoe leerbaar iemand is, en of diegene weet zaken te relativeren. Enthousiasme, doorzettingsvermogen zijn ook belangrijke eigenschappen. En de mogelijkheid om kunnen gaan met tegenslagen.”
Wat maakt het onderwijs vet?
“Ik heb op mijn 45ede balans opgemaakt na een carrière in het bedrijfsleven waarin ik ook wat bedrijven heb opgezet. En ik heb heel bewust die stap naar het onderwijs gedaan omdat ik vind dat je echt het verschil voor een nieuwe generatie kan maken. Dat kan heelrewardingzijn. Dat je een lampje boven het hoofd aan ziet springen. Leerlingen die van een 4 een 6 weten te maken onder jouw begeleiding. Het is heel bevredigend dat je een constructieve bijdrage aan de maatschappij levert.”
Waarom zou je het aanraden om aan Trainees in onderwijs mee te doen?
“Als ik dit had gezien op mijn 24e dan had ik daar ontzettend veel plezier van gehad denk ik. Mijn carrière is anders gelopen: na mijn master heb ik wel mijn eerstegraads bevoegdheid gehaald. Maar door een lerarenoverschot in de jaren ’90 van de vorige eeuw kwam ik niet aan de slag. Ik ben vervolgens in het bedrijfsleven terechtgekomen. Daar heb ik veel eindverantwoordelijke rollen gehad. Ik heb van alles meegemaakt. Toen ik de overstap naar het onderwijs maakte, dacht ik leidinggevend te kunnen starten. Maar ze zeiden: “Word eerst maar even docent.” Dat heb ik vijf jaar gedaan, waarna ik afdelingshoofd werd en daarna binnen anderhalf jaar rector. Dat is redelijk snel in onderwijsland.”
“Als trainee kun je met de kennis en ervaring die je hebt opgedaan van enorme toegevoegde waarde zijn voor het onderwijs. Binnen het programma kun je wellicht sneller dan ik carrière maken in het onderwijs. En dat hoeft niet alleen als leidinggevende zijn, dat kan ook op het gebied van vakdidactiek of pedagogiek. Ik denk dat we zo veel meer naar het onderwijs moeten kijken: de mensen écht inzetten op hun competenties, in plaats van werken vanuit de overtuiging dat je alles goed moet kunnen.”
Ook interesse gekregen om partenschool te worden?