Je hebt Javascript nodig om deze website te kunnen gebruiken. Pas je browserinstellingen in om verder te gaan!

Toen Liane van der Helm rector werd op het VAVO Rijnmond College (VRC) was één van haar doelen om iets te doen aan het lerarentekort. Zo kwam ze in 2016 bij Trainees in onderwijs en heeft haar school inmiddels al vele trainees opgeleid. Dit jaar zijn er zeven trainees werkzaam op het VRC.

Waarom wilde je meedoen met Trainees in onderwijs?

“De belangrijkste reden was het tekort aan leraren bij ons op school. Toen ik in 2016 solliciteerde bij het VAVO Rijnmond College als conrector, wilde ik met een idee komen om iets aan het lerarentekort te doen. Ik ben me toen gaan verdiepen in de mogelijkheden en kwam terecht bij Eerst de Klas (de voorloper van Trainees in onderwijs, red.).”

Wat is er anders aan het VRC dan andere, reguliere middelbare scholen?

“Wij bieden alleen examenonderwijs aan (mavo 4, havo 5 en vwo 6). We hebben drie doelgroepen, namelijk de gezakte examenleerlingen, de leerlingen die een tijdje uit de running zijn geweest en zogenaamde opstromers. Dat zijn bijvoorbeeld havisten die in 1 jaar een vwo-diploma willen halen. De grootste groep is daarom 18/19 jaar, maar we hebben ook een paar 20-jarige leerlingen. Dat betekent voor de trainees dat ze al direct lesgeven aan examenklassen, havo 5, soms zelfs vwo 6. Dat is een mooie uitdaging.”

Hoe reageerden andere docenten op de komst van de trainees?

“Ze waren enthousiast want ze zagen met wat voor enthousiasme deze mensen binnenkwamen. Ik merkte meteen dat er een kruisbestuiving plaatsvond. Senior docenten konden hun jarenlange ervaring overbrengen op collega’s, en trainees kwamen met nieuwe inzichten. Ze werden niet gezien als stagiairs, maar als volwaardige collega’s, waardoor ze meteen door de vakgroep werden opgenomen. Dat is mooi, want hierdoor krijgen ze meer zelfvertrouwen en vallen ze niet snel uit.”

Wat maakt deze trainees goede docenten?

“Zij nemen een andere wereld mee naar binnen. Ze worden opgeleid met een grote club trainees die ambitieus zijn. Naast dat ze zich ontwikkelen als docent, ontwikkelen ze zich ook op het gebied van leiding geven, initiatief nemen, naar buiten kijken en netwerken. Bovendien komen de trainees met de nieuwste inzichten, bijvoorbeeld over hoe je er bijvoorbeeld voor zorgt dat je leerlingen motiveert. Ik vind het ook heel waardevol dat ze vragen stellen. Uit nieuwsgierigheid vragen ze aan collega’s waarom ze bepaalde dingen doen. Het gesprek op de gangen en in de docentenkamers gaat hierdoor vaker over onderwijs en zo praat iedereen veel meer over onderwijs.”

Welke eigenschappen moet een trainee hebben volgens jou?

“Ze moeten nieuwsgierig zijn, openstaan voor opbouwende kritiek maar ook zelfbewust zijn. De trainees brengen sowieso ook iets waardevols mee voor je school. Daar moeten de rectoren zich van bewust zijn.”

Jullie zetten de trainees nooit voor de volledige 12 uur in. Wat kunnen ze doen in de uren die ze over hebben?

“Lessen voorbereiden, bijvoorbeeld. Dat kost hun meer tijd dan de 50% die leraren ervoor krijgen. Ze doen veel lesbezoeken bij ervaren docenten en bezoeken andere scholen om te kijken hoe het er bij hun collega-trainees aan toe gaat. Daarnaast worden ze begeleid door een begeleider op school, onder andere op het gebied van zelfontwikkeling.”

Wat is een belangrijke vraag die je stelt tijdens de matchingdag?

“Waarom de trainees überhaupt voor het onderwijs kiezen. Het onderwijs heeft niet altijd een goed imago. Je moet hard werken en het is niet altijd makkelijk. Ik vind het belangrijk te weten wat hen ertoe heeft gebracht de overstap te overwegen. Over het algemeen zie je dan dat ze een passie hebben voor jongeren, en iets willen bijdragen aan de maatschappij. Het is niet erg dat ze nog geen volleerd docent zijn, want dat vak kunnen ze leren. Als je maar wel de passie hebt voor leerlingen en betekenisvol werk wil doen. Nou, bij onze school kan je zeker een grote bijdrage leveren.”

Waarom?

Omdat Rotterdam de stad is met het laagste opleidingsniveau. Als je kunt zorgen dat wij leerlingen zoveel mogelijk meegeven en ook nog eens een diploma waar ze een volgende stap mee kunnen zetten, dan doe je heel betekenisvol werk. Ik denk dat het hier met name belangrijk is dat we leerlingen perspectief bieden en dat krijgen ze door met een diploma op zak van school gaan. Leerlingen vinden het mooi dat de trainees ook nog op school zitten, want dan weten de ze dat de trainees het beter begrijpen als ze geen tijd hadden om een opdracht te doen.

Wat zou je tegen collega-rectoren willen zeggen die twijfelen om mee te doen aan dit programma?

“Ik zie meedoen met dit programma echt als een investering. In je school, in je onderwijs en in je docenten. Er ontstaat vanzelf een open leercultuur. Dat is een mooie bijvangst. Zie het als een investering voor de langere termijn en niet als het  opvullen van je vacatures want je kunt de trainees nog niet voor 100% inzetten. Ik heb al eens voorgesteld om een soort buddy-systeem op te zetten van ervaren scholen met nieuwe scholen. Dan kunnen de scholen ervaringen met elkaar delen en horen waar zij tegenaan lopen en wat de mooie dingen ervan zijn.”

Wat voor rector moet je zijn om dit soort trainees te durven aannemen?

“Aan de ene kant denk ik, je moet risico’s durven nemen. Het is echter geen groot risico. Je moet wel bereid zijn om naar de langere termijn te kijken. Dit is niet alleen maar een investering in je eigen school. Het kan zijn dat ze na een paar jaar willen vertrekken en dan heb je als school een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van deze mensen en aan het verminderen van het lerarentekort.”

Kun je voorbeelden van trainees en hoe zij terecht zijn gekomen?

“De eerste trainee begeleidt nu de nieuwe trainees. Een andere ontwikkelt op dit moment een app voor geschiedenislessen. Weer een andere trainee zit in de werkgroep hybride onderwijs. Dat is nu natuurlijk heel actueel want zij is samen met andere collega’s aan het kijken hoe we onderwijs in deze tijd van corona kunnen invullen. Nog een andere trainee onderzoekt hoe we het beste leerlingen kunnen begeleiden met het schrijven van de profielwerkstukken. Dat project doen wij samen met Hogeschool InHolland Rotterdam. Daarmee leren de trainees verder te kijken dan hun eigen school.”

Het programma is vrij intens. Hoe spelen jullie daarop in?

“Ze kunnen altijd vrijgesteld worden van surveillance en andere taken. In het eerste jaar hebben ze bijvoorbeeld nog geen verantwoordelijkheid over toetsen. Dat is natuurlijk maatwerk, bij de één is dat meer nodig dan bij de ander.”

Waarom zou het geen goed idee zijn om mee te doen met Trainees in Onderwijs?

“Als je het alleen maar doet om een vacature te vullen, wat ik zou het onverstandig vinden om ze volle bak in te zetten. Bij ons was het belangrijk om draagvlak te hebben binnen de organisatie omdat de trainees meteen een examenklas krijgen. De docenten moeten dus ook het vertrouwen hebben dat deze trainees dat kunnen. En mijn tip zou zijn: laat je eerst goed informeren door andere ervaren scholen en zorg voor goede begeleiding op maat.”

Ook interesse gekregen om partnerschool te worden?